Fiscaal vriendelijk hulpje bij pensioensparen

André de Vos
vrijdag 01 juni 2012, 16:00
update: vrijdag 01 juni 2012, 16:01
pensioen_sxc.jpg
De jaarruimte bepaalt hoeveel u individueel extra kunt sparen voor uw pensioen, mét belastingaftrek.
Op individuele basis bijsparen voor het pensioen gebeurt in de zogenaamde ‘derde pijler’ van ons pensioenstelsel. De eerste pijler is de AOW, de tweede het verplichte bedrijfspensioen voor werknemers. De meeste mensen kunnen daarnaast met fiscaal voordeel bijsparen voor hun pensioen. In 2009 spaarden 800.000 mensen op deze manier samen € 1,2 mrd premie: € 1500 per persoon per jaar.
De ‘jaarruimte’ bepaalt hoeveel u mag bijsparen in de derde pijler. Daarvoor bestaat een formule: (0,17 x P) – (7,5 x A) – F – S.
Dat ziet er ingewikkelder uit dan het is. Er staat dat u elk jaar 17% van uw premiegrondslag voor uw pensioen mag sparen. De premiegrondslag (P) is uw belastbaar inkomen min uw verwachte AOW. Vervolgens moet daarvan andere pensioenopbouw, zoals de pensioenregeling bij uw baas, worden afgetrokken.
De meeste werknemers houden jaarruimte over. ‘Iedereen met een auto van de zaak heeft al jaarruimte’, zegt onafhankelijk financieel planner Miek Bouwes van FineTuning Personal Finance. Over de bijtelling van de auto van de zaak betaal je namelijk geen pensioen. Ook andere delen van je inkomen zijn vaak uitgesloten van pensioenopbouw. Dat leidt ­allemaal tot meer jaarruimte.
Werknemers kunnen extra sparen in hun eigen pensioenregeling, maar dat is bij de huidige onderdekking van veel pensioenfondsen zelden verstandig. Er kan immers worden afgestempeld. Als u uw jaarruimte wilt benutten, moet u bovendien zeker weten dat het belastingvoordeel nu opweegt tegen de verschuldigde belasting op termijn. Bouwes: ‘Je mag premies in de jaarruimte aftrekken, maar straks moet je over de uitkering belasting betalen. Dat is vooral zinvol als je dan in een lagere belastingschaal valt. En je moet er rekening mee houden dat extra pensioengeld vastzit in een fiscale regeling met strenge eisen.’
Ondernemers zonder bv zijn voor hun pensioen aangewezen op de jaarruimte, met aftrek van de Fiscale Oudedagsreserve (de F in de formule). Ze mogen tot een inkomen van maximaal € 162.457 (2012) pensioen opbouwen. Dat houdt in dat ze dit jaar maximaal € 27.618 apart kunnen zetten voor hun pensioen. Dat bedrag mogen ze aftrekken van het belastbaar inkomen. Het geld wordt gestort in lijfrentes of in banksparen. De uitkering is straks belast.
In principe moeten ondernemers in de derde pijler net zo’n goed pensioen kunnen opbouwen als werknemers in de tweede pijler. Maar er zijn verschillen. De kosten van individuele lijfrentes zijn vaak hoger dan van collectieve pensioenfondsen. Bij dezelfde premiebetaling blijft er daarom in de derde pijler vaak minder pensioen over. En waar werknemers soms volledig pensioen kunnen blijven opbouwen als ze (tijdelijk) minder verdienen, is voor een ondernemer een lager inkomen gelijk aan minder pensioenopbouw. Fiscalisten pleiten voor een ‘arbeidsneutraal pensioenkader’: werknemers en ondernemers bouwen dan op dezelfde wijze en met dezelfde regels pensioen op.
Als u achteraf ontdekt dat u jarenlang te weinig pensioen hebt opgebouwd, mag u tot zeven jaar teruggaan om dat gat te dichten: de zogenoemde reserveringsruimte. Die is beperkt tot € 6989 per jaar en bijna het dubbele voor 55-plussers. In het nieuwe pensioenakkoord wordt de jaarruimte kleiner.
Mail uw eigen ervaringen met kleine lettertjes naar:  dekleinelettertjes@fd.nl

Reacties

Populaire posts van deze blog

Waarschijnlijk reuzenteek gevonden in Drenthe,

Waar blijven fruitvliegjes?

iPhone 15 (Pro)